de meute zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'møtə ] Afbreekpatroon: meu·te Verbuigingen: meutes (meerv.) grote groep mensen Voorbeeld: 'De hele meute sjokt achter de reisleider aan.' Synoniemen: bende horde troep 
1) Jachthonden in een groep 2) Jachthonden (groep) 3) Jachtstoet 4) Groep dieren 5) Groep 6) Jachtstoet van honden 7) Drom 8) Een kudde honden in jacht 9) Grote massa 10) Het wielerpeloton 11) Dier in groep 12) Een opstandige groep 13) Een opgewonden groep mensen 14) Slipjacht 15) Jachthonden 16) Een ongeordende menigte 
troep, horde
Let op: Spelling van 1858 een hoop honden van 50 à 60 stuks, op de parforce jagt
Groep brakken die wild achtervolgen totdat het uitgeput is. 
groep brakken die het wild achtervolgt totdat het uitgeput is
Pak; troep honden of wolven..
peloton
troep jachthonden; menigte (toon de herkomst via de etymologiebank)
troep jachthonden vb: de meute joeg de paarden de juiste kant op