minimaliseren werkw. Uitspraak: [ minimali'zerə(n) ] Afbreekpatroon: mi·ni·ma·li·se·ren Vervoegingen: minimaliseerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geminimaliseerd (volt.deelw.) zo klein mogelijk maken Voorbeeld: 'met extra controles de belastingontduiking minimaliseren' Antoniem: maximaliseren Synoniemen: bagatelliseren klei... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/minimaliseren