1.ongeluk, tegenslag, ongeval Voorbeeld: ‘En als ze (= de kinderen) eindelijk hun loon thuisbrengen blijft het dan nog altijd een bestaan in zijn eenvoudigste vorm: werken en sparen, met de angst voor misval of ongelukken’ 2.miskraam Voorbeeld: ‘Pharaïlde Mullie was weggevlucht met de boever van 't hof... om de schande van hare mi... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0016.php