mogen werkw. Uitspraak: [ ˈmoxə(n) ] Afbreekpatroon: mo·gen Vervoegingen: mocht (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gemogen (volt.deelw.) 1) toestemming hebben voor (een bepaald soort gedrag) Voorbeelden: 'Mag ik je pen even lenen?' , 'Van de dokter mag ik geen alcohol meer drinken.' 2) (iemand) aardig vinden...
1) Hulpwerkwoord van modaliteit 2) Sympathie hebben voor 3) Houden van 4) Kunnen 5) Nodig zijn 6) Kunnen toestaan 7) Permissie hebben 8) Permissie 9) Op prijs stellen 10) In staat zijn tot 11) Reden hebben tot 12) Hebben 13) Toestemming hebben voor 14) Verlof hebben 15) Mogen doen 16) Velen 17) Moeten 
vrijheid hebben te, vermogen
toestemming hebben om (toon de herkomst via de etymologiebank)
toestemming hebben vb: ik mag vanavond naar de film Tegenstellingen: dienen moeten zullen
'Mogen' is een toeristenhut van Den Norske Turistforening (DNT) in de gemeente Vinje in de provincie Telemark in het zuiden van Noorwegen. De hut ligt bij het meer Møsvatnet op 950 meter boven zeeniveau op de hoogvlakte Hardangervidda.
• [modl] toegestaan zijn.
vrijheid hebben te, vermogen