murmelen werkw. Afbreekpatroon: mur·me·len Herkomst: «Latijn Vervoegingen: murmelde (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft gemurmeld (volt.deelw.) 1) iets binnensmonds zeggen Voorbeeld: 'Wat zit je nou te murmelen?' 2) het zacht ruisen van een riviertje of beek Voorbeeld: 'een murmelend beekje' Synoniemen: brommen mompe... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/murmelen