de naaktslak zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'nak(t)slɑk ] Afbreekpatroon: naakt·slak Verbuigingen: naaktslakken (meerv.) glibberig diertje Voorbeeld: 'Als het heeft geregend stikt het in de tuin van de naaktslakken.' Antoniem: huisjesslak Synoniemen: slak 2 definities...
1) Buikpotig weekdier 2) Buikpotige 3) Slak zonder huisje 4) Slak zonder schelp 5) Slijmdiertje 6) Veldslak 7) Weekdier 1) Veldslak 
grijze, zwarte, bruine, oranje, of zelfs rode slak zonder slakkenhuis, die als viezig ervaren wordt en schadelijk kan zijn voor gewassen in de tuin en op akkers