(Uit `De sociologische structuur onzer taal - De Jodentaal.`, 1914) mrvd. neginous (neginoth) (Hebr.): muziek, spel, zang, melodie, toon. Vandaar ook later als naam der toonteekens, die de melodie aangeven, waarop in de Synagoge de Bijbelstukken gereciteerd worden
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10740
Geen exacte overeenkomst gevonden.