gaatje in het zeil waardoor een rifseizing of leuver gezet wordt. Het gat wordt meestal van een trens en/of zeilkous voorzien. Ook nestelgat, kramgat, zeiloog, motgat of mot geheten. Ondermeer genoemd in: De Scheepsbestierder door Bourdé de Villehuet. 1768. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=n#nestelgat