de nieuweling zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈniwəlɪŋ ] Afbreekpatroon: nieu·we·ling Verbuigingen: nieuwelingen (meerv.) iemand die nog kort ergens bij hoort Synoniemen: beginneling nieuwkomer 5 definities...
1) Aankomeling 2) Baar 3) Beginneling 4) Beginner 5) Debutant 6) Groene 7) Groentje 8) Iemand die pas begint 9) Neofiet 10) Nieuw bekeerde 11) Nieuwbekeerde 12) Nieuwkomer 13) Novice 14) Noviet 15) Onervaren iemand 16) Onervaren mens 17) Pas aangekomene 18) Postulant 19) Snert 1) Baar 2) Beginneling 3) Beginner 4) Big 5) Debutant 6) Feut 7) Groen 8) Groene 9) Groentje 10) Neofiet 11) Neovist 12) Newbie 13) Nieuwkomer 14) Novice 15) Noviet 16) Orimbaar 17) Postulant 18) Recruut 19) Rekruut 20) Totok 
iem. die net is begonnen of aangekomen (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand die nog maar kort ergens is vb: Job is de nieuweling in onze groep Synoniem: nieuwkomer
wielrenner van de leeftijdscategorie van veertien tot zestien jaar
•iemand die ergens nieuw is.
iem. die net is begonnen of aangekomen