[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] verkort uit sinjo of sinjor; wordt in N.-I. gebruikt tot benaming van kinderen van 't mannelijk geslacht van Europeesche afkomst (ook van inl. moeders), evenals men voor meisjes noro of nonah bezigt. Met het woord sinjo (sinjor), hetwelk een verbaster... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0018.php