de nonsens zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈnɔnsɛns ] Afbreekpatroon: non·sens ideeën en beweringen die vreemd en niet waar zijn Voorbeeld: 'Geloof dat toch niet, het is allemaal nonsens!' Synoniemen: : quatsch, flauwekul, onzin, Synoniemen: flauwekul gebeuzel geleuter gelul gezwets humbug klets kletskoek kol kolder kul larie onzin rim...
1) Apekool 2) Beuzelpraat 3) Bombast 4) Brabbeltaal 5) Dwaas gepraat 6) Dwaasheid 7) Flauwekul 8) Gebeuzel 9) Gekkenpraat 10) Geleuter 11) Gelul 12) Geraaskal 13) Gezwets 14) Humbug 15) Idioterie 16) Iets onzinnigs 17) Klets 18) Kletskoek 19) Kletspraat 20) Kol 21) Kolder 22) Kul 23) Kwezelarij 24) Lak 1) Apekool 2) Brabbeltaal 3) Dwaasheid 4) Flauwekul 5) Gebeuzel 6) Gekkenpraat 7) Geleuter 8) Gelul 9) Geraaskal 10) Gezwets 11) Klets 12) Kletskoek 13) Kletspraat 14) Kol 15) Kolder 16) Kul 17) Kulkoek 18) Larie 19) Lariekoek 20) Lulkoek 21) Mallepraat 22) Onzin 23) Quatsch 24) Raaskallerij 25) Rimram 
Let op: Spelling van 1858 Lat., onzin, iets zonder beteekenis
dwaze, domme praat vb: die verklaring van jou is nonsens Synoniemen: onzin flauwekul Tegenstelling: zin
•taaluiting die geen betekenis heeft of geen betekenis schijnt te hebben. (+audio)
onzin
onzin