noodlottig bijv.naamw. Uitspraak: [ not'lɔtəx ] Afbreekpatroon: nood·lot·tig met een zeer ernstige afloop Voorbeeld: 'Haar roekeloosheid werd haar noodlottig; ze reed tegen een boom en was op slag dood.' Synoniem: fataal Synoniemen: catastrofaal ellendig fataal fnuikend funest heilloos ongelukkig rampspoedig rampzalig tragisch 
1) Onzalig 2) Tragisch 3) Verderfelijk 4) Fataal 5) Funest 6) Heilloos 7) Rampzalig 8) Dodelijk 9) Catastrofaal 10) Desastreus 11) Fnuikend 12) Onheilspellend 13) Ongelukkig 14) Onafwendbaar 15) Letaal 16) Nefast 17) Ellendig 18) Schadelijk 19) Rampspoedig 
wat slecht afloopt vb: het was een noodlottig ongeval
onontwijkbaar ongeluk aanbrengende, fataal
fataal