het noorden zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈnordə(n) ] Afbreekpatroon: noor·den richting tegenover de plaats waar om twaalf uur de zon staat Antoniem: zuiden noordenwind (wind die uit het noorden waait) Synoniemen: zuiden (antoniem) 
1) Plaats in Zuid-Holland 2) Kompasstreek 3) Plaats in de Benelux 4) Windstreek 5) Noordpunt in de horizon 6) Wind 7) Fictief land 8) Windrichting 9) Plaats in Gelderland 10) Plaats in Nederland 11) Plaats in Utrecht 
windstreek die een van de vier hoofdstreken is van het kompas, die de richting van de noordpool aangeeft en die zich recht tegenover het zuiden bevindt; windstreek recht tegenover het zuiden; noordelijke richting de richting volgens de astronomie van de noordelijke hemelpool, die ongeveer overeenkomt met de richting van de Poolster de noordelijke r...
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (De Fransman van het -) de Russische boer, om zijn gezelligheid, geestigheid en zanglust bij huiselijke feesten.
recht tegenover het zuiden
gebied waar kompas altijd naar toe wijst vb: ten noorden van België ligt Nederland Synoniem: noord Tegenstellingen: zuiden zuid
•een van de windstreek
windstreek
Gesitueerd in de richting van het gedeelte van de aarde of de hemel dat op het noordelijk halfrond het verst verwijderd is van de middagzon