notuleren werkw. Uitspraak: [ notyˈlerə(n) ] Afbreekpatroon: no·tu·le·ren Vervoegingen: notuleerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft genotuleerd (volt.deelw.) het verslag schrijven van een vergadering Voorbeeld: 'notuleren bij toerbeurt' 
1) Protocolleren 2) Opschrijven 3) Aantekening maken 4) Aantekeningen maken 5) Opnemen 6) Verslag geven 7) Verslag schrijven van een vergadering 8) Resumeren 9) Schriftelijk vastleggen 10) Vergaderterm 11) Een verslag maken 
rechtswetenschap: aantekeningen van een vergadering. ...
notulen maken