objectiveren werkw. Uitspraak: [ ɔpjɛkti'verə(n) ] Afbreekpatroon: ob·jec·ti·ve·ren Vervoegingen: objectiveerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geobjectiveerd (volt.deelw.) bekijken en beoordelen op basis van feiten en niet van meningen Voorbeeld: 'Het ontbreekt nog aan geobjectiveerde gegevens om een oordeel te kunnen vormen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/objectiveren