offeren werkw. Uitspraak: [ ˈɔfərə(n) ] Afbreekpatroon: of·fe·ren Vervoegingen: offerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geofferd (volt.deelw.) aan een god aanbieden religie Voorbeeld: 'een lam offeren' Synoniemen: afstaan betalen bloedbad geven opofferen Sacrificeren slachting Spreekwoorden en zegswijzen • goed...
1) Aanbieden 2) Aanbieden aan godheid 3) Afstaan 4) Afstaan van gaven 5) Als hulde aanbieden 6) Betalen 7) Bloedbad 8) Een gave opdragen 9) Geven 10) Opdragen 11) Prijsgeven 12) Sacreficiëren 13) Sacrificeren 14) Schaakmanoeuvre 15) Schenken 16) Slachting 17) Wijden 18) Wijden aan 1) Aanbieden 2) Afstaan 3) Betalen 4) Bloedbad 5) Dokken 6) Offreren 7) Opdragen 8) Prijsgeven 9) Sacrificeren 10) Sacrifiëren 11) Schenken 12) Slachting 
schenken (toon de herkomst via de etymologiebank)
het als offer schenken vb: de priester offert de kelk met wijn aan God
•'offeren' - doden (van dier) •'offeren' - betalen (volkstaal) •'offeren' - belasting betalen (volkstaal)
(aan godheid) schenken
(aan godheid) schenken