omhelzen werkw. Uitspraak: [ ɔmˈhɛlzə(n) ] Afbreekpatroon: om·hel·zen Vervoegingen: omhelsde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft omhelsd (volt.deelw.) je armen om iemands hals doen als teken van intiem contact Voorbeeld: 'iemand omhelzen bij het afscheid' Synoniemen: aannemen beoefenen omarmen omsluiten omstrengelen 5 definities.....
1) Aannemen 2) Beoefenen 3) Betrachten 4) Bevatten 5) Mokkelen 6) Omarmen 7) Omsluiten 8) Omstrengelen 9) Omvatten 1) Aannemen 2) Beoefenen 3) De armen om de hals slaan 4) Embrasseren 5) Hartelijk begroeten 6) Knuffelen 7) Mokkelen 8) Om de hals vallen 9) Omarmen 10) Omsluiten 11) Omstrengelen 12) Omvatten 13) Pakken 
de armen om de hals slaan (toon de herkomst via de etymologiebank)
Omhelzen betekent dat je je armen om iemand heen slaat.
•de armen om iemand slaan.
de armen om de hals slaan
Het tegen zich aan klemmen van een ander, meestal verwijzend naar het vasthouden van een andere persoon ten teken van genegenheid of vriendschap