
omrijden werkw. Uitspraak: [ ˈɔmrɛidə(n) ] Afbreekpatroon: om·rij·den Vervoegingen: reed om (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is omgereden (volt.deelw.)
niet de kortste route rijden Voorbeeld: 'We hebben een heel stuk omgereden want de Tomtom deed het niet.' ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/omrijden

1) Een omweg maken 2) Een langere route nemen 3) Omver rijden 4) Langs een omweg rijden 5) Te grote afstand afleggen 6) Een omweg nemen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Omrijden/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.