de omstander zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈɔmstɑndər ] Afbreekpatroon: om·stan·der Verbuigingen: omstanders (meerv.) iemand die in de buurt is bij een onverwachte gebeurtenis op straat Voorbeeld: 'Door de vele omstanders kon de ambulance niet bij het slachtoffer komen.' Synoniemen: getuige toeschouwer 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/omstander