[Let op: Spelling en uitleg uit 1890]zich niet onbetuigd laten. (Hand. XIV:17). Bijbeltekst, betekenende, dat God 't den heidenen niet had laten ontbreken aan getuigenissen van zijn bestaan. Maar in gemeenzamen zin duidt men er ook mee aan, dat iemand den disch, waaraan hij aanzit, alle eer aandoet, door goed te et... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0019.php