ondeelbaar bijv.naamw. Uitspraak: [ ɔn'delbar ] Afbreekpatroon: on·deel·baar niet in kleinere eenheden op te delen Voorbeelden: 'Israël beschouwt Jeruzalem als zijn eeuwige en ondeelbare hoofdstad.' , 'De staat en de kerk waren samengesmolten tot één ondeelbaar geheel.' Synoniemen: primair 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ondeelbaar