ondeugend bijv.naamw. Uitspraak: [ ɔnˈdøxənt ] Afbreekpatroon: on·deu·gend als je iets doet wat niet mag maar dat niet heel erg is Synoniem: stout Synoniemen: bengelachtig brutaal guitig kwajongensachtig scabreus schalkachtig schalks schelmachtig schelms snaaks spotachtig stout 
1) Plat 2) Lastig 3) Plaagziek 4) Ongezeglijk 5) Bengelachtig 6) Kwajongensachtig 7) Brutaal 8) Stout 9) Snaaks 10) Guitig 11) Malicieus 12) Schelms 13) Schelmachtig 14) Loos 15) Schalks 16) Schalkachtig 17) Scabreus 18) Spotachtig 19) Slecht 20) Rakkerig 21) Grappig 22) Nesterig 
wie doet wat niet mag vb: Bas was erg ondeugend: hij pakte een snoepje uit de trommel Synoniemen: stout ongehoorzaam Tegenstellingen: braaf lief zoet gehoorzaam
•stout, ongehoorzaam. •grappig en uitdagend.
stout, uitdagend
Ondeugend betekent stout zijn. [basiswoordenlijst groep 3]