onhaalbaar bijv.naamw. Uitspraak: [ ɔn'halbar ] Afbreekpatroon: on·haal·baar redelijkerwijs niet mogelijk Voorbeeld: 'Voor mensen met een normaal inkomen is zo'n reis financieel onhaalbaar.' Dat is een onhaalbare kaart. (dat is een doel dat niet bereikt kan worden) 'Het bleek een onhaalbare kaart om de integrale tekst binnen een week in ...
1) Niet haalbaar 2) Ondoenlijk 3) Onrealiseerbaar 4) Onuitvoerbaar 5) Wat niet bereikt kan worden 1) Ondoenlijk 2) Onrealiseerbaar 3) Onuitvoerbaar