de onverschilligheid zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: on·ver·schil·lig·heid Verbuigingen: onverschilligheden (meerv.) het niet geven om iets Voorbeeld: 'De jongen was erg slim, maar door zijn onverschilligheid had hij nog steeds geen goede baan.' . Synoniemen: afgestomptheid apathie gevoelloosheid gevoelsarmoede indolentie laksheid on...
1) Achteloosheid 2) Afgestomptheid 3) Apathie 4) Berusting 5) Desinteresse 6) Flegma 7) Gelijkmoedigheid 8) Gevoelloosheid 9) Gevoelsarmoede 10) Glad 11) Harteloosheid 12) Indifferentie 13) Indolentie 14) Koelbloedigheid 15) Koelheid 16) Koelte 17) Koudheid 18) Lak 19) Laksheid 20) Lauwheid 21) Lauwte 1) Achteloosheid 2) Afgestomptheid 3) Apathie 4) Desinteresse 5) Gemis aan belangstelling 6) Gemis aan genegenheid 7) Gevoelloosheid 8) Gevoelsarmoede 9) Harteloosheid 10) Indolentie 11) Kalme berusting 12) Koelheid 13) Koudheid 14) Laksheid 15) Nonchalance 16) Onbewogenheid 17) Ongevoeligheid 18) Onhartelijkheid 
• het niet geven om iets
het onverschillig-zijn