onzijdig bijv.naamw. Uitspraak: [ ɔnˈzɛidəx ] Afbreekpatroon: on·zij·dig een onzijdig zelfstandig naamwoord (een woord waar het lidwoord 'het' bij hoort) Synoniemen: afzijdig geslachtloos neutraal 3 definities...
1) Afzijdig 2) Geslachtloos 3) Geslachtsloos 4) Neuter 5) Neutraal 6) Neutrum 7) Onbevooroordeeld 8) Onovergankelijk 9) Onpartijdig 10) Onz 1) Afzijdig 2) Geslachtloos 3) Neutraal 4) Neutrum 5) Onbevooroordeeld 6) Onpartijdig 7) Taalkundige term 8) Woordgeslacht 
neutraal (toon de herkomst via de etymologiebank)
• [taalkunde] horend bij een zelfstandig naamwoorden bij welke in het Nederlands het lidwoord `het` voor geplaatst kan worden. • [biologie] zonder geslacht. • [scheikunde] niet zuur en niet alkalisch reagerend. •tweede betekenisomschrijving.
als grammaticale term: neutrum - Jaar van herkomst: 1706 (Ruijs )