opdoemen werkw. Uitspraak: [ 'ɔbdumə(n) ] Afbreekpatroon: op·doe·men Vervoegingen: doemde op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is opgedoemd (volt.deelw.) vanuit de verte tevoorschijn komen, langzaamaan zichtbaar worden Voorbeelden: 'Een auto doemt op in de mist.' , 'Het viel niet te voorzien dat er zoveel technische problemen zouden op...
1) Tevoorschijn komen 2) Blauwen 3) Naderen 4) Domen 5) Oprijzen 6) Verschijnen 7) Verrijzen 8) Opblauwen 9) Opdagen 10) Opduiken 
aan de horizon zichtbaar worden
aan de horizon zichtbaar worden (toon de herkomst via de etymologiebank)
in de verte zichtbaar worden vb: er doemt een schip op aan de horizon