
opdragen werkw. Uitspraak: [ ˈɔpdraxə(n) ] Afbreekpatroon: op·dra·gen Vervoegingen: droeg op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgedragen (volt.deelw.)
1) zeggen dat iemand iets moet doen Voorbeeld: 'iemand een karwei opdragen'
2) de mis opdragen (een godsdienstoefening leiden in de katholieke kerk)
...Gevonden op
https://woorden.org/woord/opdragen

1) Toewijden 2) Offreren 3) Bevelen 4) Verordenen 5) Offeren 6) Lasten 7) Instrueren 8) Verordonneren 9) Inscriberen 10) Wijden 11) Opgeven 12) Lastgeven 13) Opleggen 14) Last geven 15) Opofferen 16) Aanschrijven 17) Gebieden 18) Zweren 19) Decreteren 20) Aanbevelen 21) Gelasten 22) Belasten 23) Aanbesteden
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opdragen/1
zeggen dat hij het moet doen vb: hij heeft mij opgedragen het kantoor af te sluiten
Synoniemen: opleggen gebieden gelasten instrueren
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

Het 'opdragen' van kinderen (meestal baby’s) is een christelijk ritueel in (met name evangelische) kerken die de kinderdoop afwijzen. Over het algemeen vindt de opdracht plaats tijdens een reguliere zondagse dienst door een voorganger die namens de gemeente een zegengebed over het leven van het kind en het gezin uitspreekt.
Gevonden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Opdragen

• [ditr] iemand iets te doen geven. • [ov] "iets ~ aan" als eerbewijs iets wijden aan iemand.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/opdragen

aan iemand aanbieden en in zijn bescherming aanbevelen; gelasten
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca
Geen exacte overeenkomst gevonden.