de opener zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈopənər ] Afbreekpatroon: ope·ner Verbuigingen: openers (meerv.) stuk gereedschap om iets mee open te maken Voorbeelden: 'flesopener' , 'blikopener' Synoniemen: blikopener flesopener 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/opener