
openmaken werkw. Uitspraak: [ ˈopə(n)makə(n) ] Afbreekpatroon: open·ma·ken Vervoegingen: maakte open (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opengemaakt (volt.deelw.)
openen; opendoen Voorbeelden: 'Wil je de kluis voor me openmaken?' , 'je cadeautje openmaken' Synoniemen: aanbreken kraken ontsluiten opendoen openen ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/openmaken

1) Aanbreken 2) Opslaan 3) Openen 4) Opendoen 5) Ontsluiten 6) Kraken
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Openmaken/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.