vaneen doen wijken, opzetten - Voorbeeld: ‘Als 't hen niet meer zag, duwde zij de vuisten in de oogputten, zette haar keel wijd open en ging aan 't huilen’ - Voorbeeld: ‘Ge zult ogen openzetten naar al dat koorn: zo ver ge zien kunt al één stuk zonder straat of wegel in’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php