de operateur zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ope·ra·teur Verbuigingen: operateurs (meerv.) Verbuigingen: operateurtje (verkleinwoord) 1) operator (bedieningsvakman voor technische installaties) 2) iemand die filmapparatuur bedient, een bioscoop-operateur 3) iemand die opnamen maakt in een fotostudio Gevonden op https://www.woorden.org/woord/operateur
Let op: Spelling van 1858 heelkundig bewerker, breuksnijder, enz. Operatie, kunstbewerking der heelmeesters; beweging der krijgstroepen; ook onderneming, handelwijs. Opereren, werken, bewerken; bij wondartsen, snijden enz Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/