opklappen werkw. Uitspraak: [ 'ɔpklɑpə(n) ] Afbreekpatroon: op·klap·pen Vervoegingen: klapte op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgeklapt (volt.deelw.) scharnierend omhoog bewegen Voorbeeld: 'Ik zal de achterbank van mijn auto even opklappen zodat we meer kofferruimte hebben.' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/opklappen