de oplegger zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ɔplɛxər ] Afbreekpatroon: op·leg·ger Verbuigingen: opleggers (meerv.) aanhangwagen waarvan het voorste gedeelte rust op een trekker of een truck Voorbeeld: 'Geïsoleerde opleggers worden gebruikt bij het vervoer van producten die koel gehouden moeten worden.' Synoniem: trailer Synoniemen: tr... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/oplegger
aanhangwagen waarvan het voorste deel steun op de trekker vb: ons bedrijf heeft een truck met oplegger Synoniem: trailer Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=oplegger
Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 1. 'n tweede, kleiner omblad; 2. blaadje papier in 'n kistje op de sigaren.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742
Te gebruiken voor afneembare aanhangers voor het vervoeren van vrachten; voorzien van wielen aan de achterkant, waarbij de voorkant meestal rust op de achterkant van een trekker Gevonden op https://www.ksart.nl/term/oplegger