hoogste baas, hoofdleider van een onderneming (VD) - Voorbeeld: ‘Dat was nu de bekende Knudde niet meer, de opperbaas van de hofstede, maar de overmacht in persoon, die Schemel kwam teisteren’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php