oppermachtig bijv.naamw. Uitspraak: [ ɔpər'mɑxtəx ] Afbreekpatroon: op·per·mach·tig als je de meeste macht hebt Voorbeelden: 'Ook dit jaar behaalde de oppermachtige voetbalploeg de overwinning.' , 'de oppermachtige winnaar' , 'een oppermachtige bevelhebber' Synoniemen: almachtig alvermogend soeverein 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/oppermachtig