
oprakelen werkw. Uitspraak: [ 'ɔprakələ(n) ] Afbreekpatroon: op·ra·ke·len Vervoegingen: rakelde op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgerakeld (volt.deelw.)
iets onaangenaams na een lange tijd weer ter sprake brengen Voorbeeld: 'Het is niet nodig om die discussie weer op te rakelen. We hebben het er al vaak genoeg over gehad.'...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/oprakelen

1) Naar boven halen 2) Weer gaan spreken over 3) Ophalen 4) Weer ophalen 5) Weer tevoorschijn brengen 6) Iets opnieuw willen bepraten 7) Aanwakkeren 8) Aanjagen van vuur 9) In herinnering brengen 10) Aanjagen 11) Poken 12) Opstoken van vuur 13) Opporren 14) Opkoteren 15) Oppoken
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Oprakelen/1

1.door rakelen weer helder doen branden Voorbeeld: ‘
Het vuur in de heerd werd opgerakeld, eiers in de pan geklutst’ 2.(fig.) door rakelen weer te voorschijn brengen; in de herinnering terugroepen (Lo) Voorbeeld: ‘
Eén blik uit vaders kwade ogen die Door meende te zien, rakelde al zijn verdriet weerom op’ 3.opharken (DB, VD 3)...
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.