
opharken werkw. Afbreekpatroon: op·har·ken Verbuigingen: harkte op Vervoegingen: opgeharkt (volt.deelw.)
1) enz. 2) met een hark op een hoop vegen Voorbeeld: 'Hij had al heel wat bladeren opgeharkt.'
3) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin met het opharken in de tweede betekenis erin.' . 1 d...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/opharken

1) Aanharken 2) Oprakelen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opharken/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.