het oproer zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈɔprur ] Afbreekpatroon: op·roer Verbuigingen: oproeren (meerv.) verzet of protest van een groep mensen tegen de overheid Voorbeeld: 'gevangenisoproer' Synoniemen: beroering opstand opstootje rebellie rel volksoproer vuistgevecht 4 definities...
1) Beroering 2) Beroerte 3) Insurrectie 4) Intifada 5) Muiterij 6) Ongeregeldheden 7) Onlust 8) Onlusten 9) Opstand 10) Opstootje 11) Rebellie 12) Rel 13) Revolte 14) Revolutie 15) Seditie 16) Troebelen 17) Tumult 18) Verzet 19) Volksopstand 20) Volksverzet 21) Volkswoede 22) Vuistgevecht 1) Beroering 2) Heftige beroering 3) Insurrectie 4) Muiterij 5) Omwenteling 6) Ongeregeldheden 7) Ongeregeldheid 8) Onlust 9) Onstuimigheid 10) Opstand 11) Opstand tegen het openbaar gezag 12) Opstandige beweging 13) Opstootje 14) Rebellie 15) Rel 16) Revolte 17) Revolutie 18) Riot 19) Samenrotting 
rebellie, opstand (toon de herkomst via de etymologiebank)
opstand
opstand
Een op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank in Den Haag gedeponeerd molestbegrip: een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag. ~ Zie ook: Molest.
staatsrecht: opstand van het volk. Bijv. de Kollumer oproer van 1797. ...