opvegen werkw. Uitspraak: [ 'ɔpfexə(n) ] Afbreekpatroon: op·ve·gen Vervoegingen: veegde op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgeveegd (volt.deelw.) 1) schoonmaken door te vegen Voorbeeld: 'Als je iets vuil maakt, dan moet je het ook zelf opvegen!' 2) je kunt me opvegen (ik ben aan het eind van mijn kracht... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/opvegen