zich opwerken reflexief werkw. Uitspraak: [ 'ɔpwɛrkə(n) ] Afbreekpatroon: op·wer·ken Vervoegingen: werkte zich op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft zich opgewerkt (volt.deelw.) naar een betere baan streven en carrière maken Voorbeeld: 'je opwerken tot afdelingshoofd' Synoniemen: vooruitkomen Gevonden op https://woorden.org/woord/opwerken
Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 het opwerken van nagels, het naar buiten komen van de koppen.
Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10742
In de schilderkunst is dit de techniek met behulp waarvan een speciaal structuureffect wordt gecreëerd dat doet denken aan het patroon dat ontstaat door het licht strijken, het zogenaamde 'trekken', van een kwast over een oppervlak. Dit effect wordt bereikt door een stuk papier of stof op het pas geschilderde, nog natte oppervlak te leggen, er zac... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11605