het orkest zelfst.naamw. Uitspraak: [ ɔrˈkɛst ] Afbreekpatroon: or·kest Verbuigingen: orkesten (meerv.) groep mensen met instrumenten die samen muziek uitvoeren Voorbeelden: 'schoolorkest' , 'symfonieorkest' 
1) Muziekgroep 2) Gezamenlijke musici 3) Band 4) Gezelschap muzikanten 5) Ensemble (muziek) 6) Muziekgezelschap 7) Jazzcombo 8) Muziekensemble 9) Harmonie 10) Muzikaal ensemble 11) Groep musici 12) Groep muzikanten 13) Groep muzikanten die samenspelen 14) Ensemble 15) Muziekterm 16) Muziekkorps 
[klassieke muziek] Een orkest is een groep mensen (ensemble) met meer dan twaalf à vijftien instrumenten (bij minder instrumenten ontstaan de kamermuziekbezettingen), die samen muziek uitvoeren. Het orkest als verzameling van strijk-, blaas- en slaginstrumenten ontstond in het begin van de 17e eeuw. De meest voorkomende ork...
groep musici
Groep muzikanten
groep musici (toon de herkomst via de etymologiebank)
In het oude Griekse theater de dans(bewegings)plaats van het koor vóór het toneel.
Een 'orkest' is een groep musici en muziekinstrumenten van allerlei soort. Het woord orkest komt van het Griekse theater.
• [muziek] een groep musici.
groep musici
Een orkest is een grote groep mensen die samen musiceren : muziek maken. De mensen in een orkest maken muziek op muziekinstrumenten . Dit kan zowel door beroepsmusici als door amateurs worden gedaan. [basiswoordenlijst groep 8]
Halfcirkelvormige ruimten vóór de scaena in antieke theatersVaste groepen van instrumentalisten bestaande uit strijkers, waaraan een willekeurig aantal blazers en percussionisten kan worden toegevoegd; gewoonlijk is er meer dan één instrumentalist voor elk onderdeel van de muziek