overrompelen werkw. Uitspraak: [ ovə'rɔmpələ(n) ] Afbreekpatroon: over·rom·pe·len Vervoegingen: overrompelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft overrompeld (volt.deelw.) laten schrikken door een plotselinge heftige gebeurtenis Voorbeeld: 'We werden overrompeld door het aanvallend geweld van de thuisploeg.' Synoniem: overvallen (... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/overrompelen