het overspel zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈovərspɛl ] Afbreekpatroon: over·spel seksuele relatie met iemand anders dan je vaste partner Voorbeeld: 'overspel plegen' Synoniemen: echtbreuk Minnehandel Spreekwoorden en zegswijzen • zijn handen overspel en (=te veel eisen en daardoor niet slagen) • zijn hand...
1) Affaire 2) Boelage 3) Echtbreuk 4) Echtschending 5) Echtschennis 6) Minnarij 7) Minnehandel 8) Ontrouw 9) Slippertje 1) Boelage 2) Buitenechtelijke omgang 3) Echtbreuk 4) Echtschending 5) Minnarij 6) Minnehandel 7) Nederlandse misdaadserie 8) Ontrouw 9) Ontrouw in het huwelijk 10) Scheidingsgrond 
echtbreuk (toon de herkomst via de etymologiebank)
echtbreuk
echtbreuk
Overspel, het niet trouw zijn aan het huwelijk, voor meer informatie zie echtbreuk.
rechtsgeschiedenis: schending van de huwelijkse trouw door vreemd te gaan. Vroeger was ~ een juridische grond voor echt ...