de pof zelfst.naamw. (m.) 1) klap, plof Voorbeeld: 'Pof! Daar lag hij op de grond.' 2) als in 'op de pof' Voorbeeld: 'Op de pof brood halen bij de bakker. De betaling volgt later.' Synoniemen: : op krediet halen, op goed geluk Synoniemen: bons Spreekwoorden en zegswijzen • op de pof kome...
1) Afbetaling 2) Bol 3) Bolle plooi 4) Bolstaande plooi 5) Bons 6) Brok veengrond 7) Crediet 8) Een stoot krediet 9) Gezwollen 10) Holle plooi 11) Klap 12) Knal 13) Krediet 14) Ongezond dik 15) Paf 16) Poef 17) Slag 18) Speelgeld 19) Uitstaande plooi 20) Windstoot 1) Bokkig 2) Bons 3) Klap 4) Knal 5) Krediet 6) Mouwplooi 7) Opgezet 8) Paf 9) Plof 10) Slag 11) Stoot 12) Uitbrander 13) Windstoot 
krediet (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) vertrouwen in het vermogen van iemand om schulden later terug te betalen; krediet 2) bolstaande plooi aan de armen of pijpen van een kledingstuk 3) klanknabootsing van iets dat valt of neerkomt of van een slag of stoot
plooi
Premature Ovariële Functiestoornis; vorm van amenorroe (niet optreden van de menstruatie) die optreedt vóór het veertigste levensjaar
[Soldatentaal, 1914] op den pof gaan: zonder verlofpas uitgaan, pierewaaien. [Soldatentaal, 1914] op den pof gaan; zonder permissie het garnizoen verlaten.
Prematuur ovarieel falen oftewel de vervroegde overgang. Als de overgang al voor het 40ste levensjaar plaatsvindt.