de parochiaan zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ parɔ'xijan ] Afbreekpatroon: pa·ro·chi·aan Verbuigingen: parochianen (meerv.) iemand die lid is van een katholieke kerkgemeenschap Voorbeeld: 'In deze kerk lezen parochianen het epistel voor tijdens de mis.' Synoniemen: gemeentelid 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/parochiaan
Let op: Spelling van 1858 parochianus, Lat., een kerspelbewoner, kerspelpriester. Parochie, kerspel, kerkgemeente; parochie-kerk, parochiaal kerk, hoofd- of moederkerk Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/