participeren werkw. Uitspraak: [ pɑrtisi'perə(n) ] Afbreekpatroon: par·ti·ci·pe·ren Vervoegingen: participeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geparticipeerd (volt.deelw.) actief aan iets deelnemen Voorbeeld: 'Je kunt niet alleen lid worden, je kunt ook participeren.' Synoniem: deelnemen Synoniemen: deelnemen meedoen 5 defini...
1) Aandeel hebben in iets 2) Deelhebben 3) Deelhebben aan 4) Deelnemen 5) Delen 6) Meedoen 1) Deelhebben 2) Deelnemen 3) Meedelen 4) Meedoen 
deelnemen (toon de herkomst via de etymologiebank)
samen met anderen iets doen vb: we mochten niet participeren in dat project Synoniem: deelnemen
•ergens aan deelnemen.
deelnemen
rechtspersonenrecht: omstandigheid dat een rechtspersoon in een andere investeert om aldus met die andere duurzaam verbonden ...