[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Partijganger``] De bevelhebber van eene door hem zelven georganiseerde magt, waarmede hij geheel op zich zelven handelt, onverschillig of die magt 100 man bedraagt, dan of zij een klein leger vormt. Een partijgangerskorps bestaat uit infanterie of uit kavallerie, naarmate de landstreek, waar het werkzaa... Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0017.htm