pietje zelfst.naamw. Afbreekpatroon: piet·je Verbuigingen: pietjes (meerv.) hoofdluis (vooral het meervoud) Voorbeeld: '(...) en vlucht met zijn dochters weg onderzee...' . Synoniemen: zanger Spreekwoorden en zegswijzen • een Pietje precies. (=iemand die de dingen altijd heel precies wil doen.) Naar de spreekwoorden 3 definities...
1) Friese voornaam 2) Friese meisjesnaam 3) Hoofdluis 4) Kanarievogel 5) Kanarie 6) Luis 7) Munt 8) Oude munt 9) Ouderwetse meisjesnaam 10) Ouderwetse voornaam 11) Verkleinde meisjesnaam 12) Zanger 13) Zangvogeltje 14) Zeeuwse rijksdaalder 1) Hoofdluis 2) Kanarie 3) Kanarievogel 
munt ter waarde van 1-8 zilveren dukaat (toon de herkomst via de etymologiebank)
insect dat op mensen en dieren leeft vb: Jan-Willem heeft weer pietjes in zijn haar Synoniem: luis
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] volksbenaming van 't achtste deel van den Zeeuwschen rijksdaalder, gangbaar geweest voor 6½ stuiver. Om de ‘pietjes’ gemakkelijk van de kwartjes te kunnen onderscheiden, had men ze gedeukt. Het kleine mannetje, ‘Pietjebedroefd’, dat er op voorkwam, gaf aanleiding tot den naam....
munt ter waarde van 1-8 zilveren dukaat