
de pilaarbijter zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: pi·laar·bij·ter Verbuigingen: pilaarbijters (meerv.) Verbuigingen: pilaarbijtertje (verkleinwoord)
schijnheilige . 3 definities
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/pilaarbijter

1) Farizeeër 2) Femelaar 3) Kwezel 4) Piëtist 5) Schijnheilige
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Pilaarbijter/1

1) Pietist 2) Schijnheilige
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Pilaarbijter/1

schijnheilige.
Gevonden op
https://cf.hum.uva.nl/dsphome/ljc/potgieter/woorden.html

iemand die overdreven druk naar de kerk loopt
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] trouwe kerkganger, naar analogie van
kribbebijter (kribbijter) = een paard, dat aan zijne krib
gebonden, daar niet van daan kan, en er aan knabbelt. Ook wel
stijlbijter (stijl = stut of pilaar). Scheldnamen van rechtzinnige ijveraars onder de Hervormden der ...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0020.php

Spreekwoorden: (1914)
Een pilaarbijter,d.w.z. een huichelaar, een schijnheilige, een heilig vat met verdoemde reepen (Claes, 259); een kerkuil (Sewel); een geveinsde kerkpilaar (Kluchtspel III, 105); mnl. pilarenbiter. Kiliaen: Pijlern-bijter, hypocrita in aede sacra: superstitiosus; qui assidue, anili superstitione imbu...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.