pingelen werkw. Uitspraak: [ 'pɪŋələ(n) ] Afbreekpatroon: pin·ge·len Vervoegingen: pingelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: gepingeld (volt.deelw.) een lagere prijs proberen te bedingen Voorbeeld: 'Op de zwarte markt in Beverwijk is pingelen heel gewoon.' Synoniem: afdingen Synoniemen: afdingen afpingelen dingen handelen marchandere...
1) Aanspannen 2) Afdingen 3) Afpingelen 4) Dingen 5) Dribbelen 6) Handelen 7) Marchanderen 8) Onderhandelen 9) Peuteren 10) Sjacheren 11) Strakspannen 12) Tawarren 1) Afdingen 2) Afpingelen 3) Bieden 4) Dingen 5) Dribbelen 6) Handelen 7) Kleingeestig afdingen 8) Krengelen 9) Marchanderen 10) Onderhandelen 11) Sjacheren 12) Sterk afdingen 13) Tawarren 14) Voetbalterm 
Voortijdig ontsteken van het benzine-lucht mengsel in de motor bij lage toerentallen. Zie ook high speed knocking.
Let op: Spelling van 1858 de kernen van pijnappelen
afdingen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Pingelen is de benaming voor het spontaan en ongecontroleerd ontbranden van het brandstofmengsel voor de daadwerkelijke verbranding. Met name oude dieselmotoren (zelfontbranders) konden last hebben van pingelen. Pingelen kan schadelijk zijn voor de motor.
afdingen
Uit `De lagere vaktalen: De vogelvangerstaal` 1914 de vinker legt zijne netten, boven aan de lijnen opgespannen van onder aan den grond vast. Dit heet hij de netten pingelen. - Toneman pingelt de netten. Wat verstaat men daardoor? Kleine dunne koordekens ringsgewijs aan de netten binden en deze met mikskens of hoekige tokskens vast steken.
...
Amsterdams woord voor proberen wat van de prijs te krijgen
pijnboompitten van de pijnboom, Pinus pinea.